Jongerendeskundige Henno Oldenbeuving over jongeren in het verkeer
Alcohol, drugs, smartphones; een greep uit de vele factoren die invloed hebben op het verkeersgedrag van jongeren. Die factoren spelen natuurlijk ook een rol in de handelingen van andere leeftijdsgroepen in het verkeer, maar toch blijken jongeren kwetsbaarder. Ook hierdoor ligt de piek in het absolute aantal verkeersslachtoffers op 17 jaar. Waarom is die leeftijd zo cruciaal? En, belangrijker nog, hoe kunnen we deze trend keren? Onderwijsdeskundige en jongerencoach Henno Oldenbeuving geeft uitleg en advies. “Het hoofd van jongeren werkt écht anders.”
“Het maken van keuzes in het verkeer is leeftijdsgebonden”, vertelt Henno. “Bij jongeren is de prefrontale cortex minder ver ontwikkeld, waardoor zij oorzaak en gevolg minder goed inschatten, net als bijvoorbeeld reactiesnelheid of de lengte van hun remweg.” Henno is oorspronkelijk bewegingsonderwijzer en pedagoog. Hij staat al 25 jaar voor de klas en heeft sinds acht jaar zijn eigen bureau in jongerencommunicatie. “Ik leid graag mensen op om het beste voorbeeld te zijn voor anderen.”
Hoe doe je dat?
“Bij jongeren ga ik vaak op zoek naar hun persoonlijke verhaal”, vertelt Henno over zijn werkwijze. “Aan het eind van de dag wil ik iets van ze weten wat ik nog niet wist. Iemands vader die vaak door rood fietst of iemands tante die drinkt en rijdt; laat ze maar vertellen.” Op deze manier zorgt Henno voor energie in de groep, en ruimte om de dialoog aan te gaan. “Angstcampagnes of moraliserende boodschappen doen het bij een jonge groep niet goed. Herkenning werkt het best. Een verhaal over een ongeluk komt veel beter aan wanneer het wordt verteld door een leeftijdsgenoot dan wanneer ik dat zou doen.”
Hun persoonlijke verkeersverhalen is niet het enige dat Henno wil weten van zijn leerlingen. “Om daadwerkelijk ontwikkeling te kunnen bewerkstelligen, moet ik weten waar hun leerbehoefte ligt. Wat wíllen jongeren weten? Om dat uit hen te halen, moet je ze bewust onbekwaam maken. Dit wil zeggen, laat ze maar proberen en zelf uitvinden waar ze nog niet goed in zijn.” Henno noemt een voorbeeld: “Als jouw rijschool een nieuwe leerling krijgt die denkt dat hij al kan rijden, kun je dat als instructeur stellig gaan ontkennen. Je kunt ook zeggen: ‘Wat leuk! Laat maar eens zien wat je kunt’. Wellicht dat de leerling al prima rijdt, maar nog niet kan fileparkeren. Laat hem er zelf achter komen, dan is de kans het grootst dat hij terugkomt om het te leren. Hij heeft zijn leerbehoefte ontdekt en gaat dus van onbewust onbekwaam naar bewust onbekwaam.” Dit proces noemt Henno ‘het openen van het subjectief concept’. “’Dit is ook een belangrijk element van TotallyTraffic.”
"Het hoofd van jongeren werkt écht anders."
Waarom is verkeerseducatie, zoals TotallyTraffic, zo belangrijk?
Henno: “Voorlichting helpt bij bewust deelnemen aan het verkeer. Veel jongeren hebben geen idee. Die zeggen: ‘Ik rijd toch goed?’ ‘Ja, maar je zet wel harde muziek op of leest mee met de appjes van de bijrijder’, bijvoorbeeld. Met name bij jongeren is dit soort besef belangrijk. Zij hebben veelal last van ‘Fear Of Better Options’ (FOBO); jongeren worden continu overstroomd met duizenden opties, keuzes die ze moeten maken. Ze ervaren ontzettend veel prikkels in het leven waar ze nog niet aan gewend zijn. En dit worden er steeds meer. Daarom is het van belang om ze te ondersteunen en bewust te maken. Zodat ze met plezier kunnen deelnemen aan het verkeer.”
Hoe kunnen andere personen in hun nabije omgeving hierbij helpen?
Henno: “Ik vind dat er in de huidige maatschappij vaak nog te veel ruimte is. Heel veel ouders nemen geen standpunt in. Telefoongebruik in het verkeer niet duidelijk verbieden, is instemmen. Keur je het als ouder niet expliciet af, dan creëer je bij je kind een extra keuze; de optie om zijn of haar mobieltje te pakken tijdens het rijden – of door rood fietsen bij een rustige weg. Geef jongeren die optie niet: niet doen is de enige optie. Als ouder ben je een rolmodel, dus doe het zelf ook niet. Rood is rood.
Dit geldt natuurlijk ook voor vrienden, sportcoaches en leerkrachten. De gedeelde, maatschappelijke verantwoordelijkheid om jongeren veilig en bewust deel te laten nemen aan het verkeer, ligt bij ons.”
Deel dit artikel: