Naar wie luisteren jongeren wél?
De politie over afleiding, onderschatting en bewustwording
Als Operationeel Expert bij het Team Verkeer bij de politie Rotterdam ziet Tim Dubbeldam alle gevaren in het verkeer voorbijkomen. Zijn ervaring: boetes zijn lang niet altijd effectief. Zeker niet bij jongeren. “Zij luisteren alleen naar iemand voor wie ze ontzag hebben.”
Telefoon als pot honing
De boete voor het gebruik van een telefoon in het verkeer bedraagt bijna vierhonderd euro. Toch leidt die forse boete er niet toe dat mensen de telefoon massaal links laten liggen. “Het lijkt wel een pot honing, die telefoon”, aldus Tim. Wat niet helpt, is de relatief kleine pakkans. Hoewel een nieuw, slim systeem daar verandering in brengt: de MONOcam maakt vanaf een viaduct foto’s waarop te zien is of iemand een mobiel in zijn hand heeft. Tim: “Uit landelijke cijfers blijkt dat een procent van de passanten met een telefoon in de hand rijdt. Dankzij de foto als bewijsmateriaal leiden boetes veel minder tot discussies dan bij aanhoudingen op straat. Dat helpt ons enorm.” Volgens Tim wordt afleiding in het verkeer echter niet alleen door telefoons veroorzaakt. “Veel mensen hebben oortjes in en luisteren onderweg naar muziek of podcasts. Dat is niet per definitie strafbaar, maar ook niet altijd veilig.”
Wattenstaafje verraadt drugs
De voormalig wijkagent ziet niet alleen steeds meer afleiding in het verkeer, maar ook steeds meer mensen die onder invloed van drugs aan het verkeer deelnemen. Hij zegt erbij dat dat kan komen doordat er meer op gecontroleerd wordt. “Als we vermoeden dat iemand onder invloed is, halen we een wattenstaafje langs de binnenkant van de mond. Binnen een kwartier hebben we de uitslag.”
Helaas werkt dat niet bij lachgas, populair onder jongeren. “Daar is nog geen test voor, dus moeten we getuigen hebben of zelf zien dat mensen het gebruiken. Dat maakt handhaven ontzettend lastig. Omdat het effect van lachgas bovendien maar kort voelbaar is, denken jongeren vaak dat het ook snel uit hun lichaam verdwijnt. Dat is gevaarlijk, want hun reactievermogen blijft nog een tijdje minder goed.”
Gezag en ontzag
Uit de cijfers in Zuid-Holland blijkt dat er een piek ligt in absolute aantallen slachtofferts bij de 17-jarigen. Tim noemt hen ‘laconiek’. Hij gelooft – zeker bij deze doelgroep – niet in bekeuren alleen. “Het gaat om bewustwording. Je moet erachter komen naar wie jongeren luisteren. Dat zijn meestal niet hun ouders, docenten of de politie. Wel kan het iemand in een buurthuis zijn, een leeftijdgenoot die slachtoffer is geworden van een ongeluk of iemand die met een schuldgevoel moet leven na het veroorzaken van een ongeluk. In Amsterdam is bijvoorbeeld een voormalig verkoper van lachgas tot inzicht gekomen. Die geeft nu voorlichting. Dat werkt.”
Alleen een campagne werkt niet
Tim vindt verkeersveiligheid een verantwoordelijkheid van de hele samenleving. “Iedereen kan iets betekenen. Denk daarbij vooral out-of-the box, denk aan andere oplossingen dan een campagne of een bijeenkomst. Want daarmee bereik je vooral mensen die toch al luisteren. Werk je bij een gemeente, ga dan de straat op! Kijk wat er leeft, praat met mensen. Zeker in wijken waar mensen het vertrouwen in de overheid kwijt zijn. De sportschool bijvoorbeeld is een goede plek om jongeren te bereiken, ze gebruiken het als een soort jeugdhonk. Voor iedereen geldt – zeker ook voor ouders – dat het belangrijk is het goede voorbeeld te geven. Let op je snelheid, leg je telefoon weg, krab in de winter je ruiten. Het zijn open deuren, maar daar zit het hem wel in.”