De regisseurs van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSD) hebben veel inwoners onder hun hoede. Voor intensieve begeleiding verwijzen ze inwoners daarom door naar ketenpartners. In Bunnik werkt regisseur Jade Scheltis nauw samen met Centrum voor Elkaar. Juist voor de activering van mensen die al langere tijd thuis zitten, is dit een gouden greep.

Zo’n 1.400 inwoners van de RSD hebben geen uitzicht op betaald werk binnen twee jaar. Die doelgroep had de afgelopen tijd de bijzondere aandacht van het bestuur van de RSD. In 2020 startte Team Activering een pilot, waarbij met veel menskracht het hele bestand in korte tijd in is beeld gebracht én gesprekken zijn gevoerd. Een inhaalslag, nadat sommigen jarenlang niets van de RSD hadden gehoord. Sindsdien spreken de regisseurs hun inwoners minimaal tweemaal per jaar. Hierdoor blijft het contact in stand.

Nauwe samenwerking

Een belangrijk uitgangspunt in de werkwijze van de RSD is begeleiding vanuit het perspectief van de inwoner. “Als je je eigen dienstverlening centraal stelt, dan wil je vooral zelf contact hebben met de inwoner als organisatie”, legt Jade uit. “Maar is dat voor hem of haar wel nuttig? In Bunnik werk ik nauw samen met welzijnspartij Centrum voor Elkaar. Naar dit centrum kan ik mensen doorverwijzen voor allerlei activiteiten of vormen van begeleiding: van dagbesteding tot vrijwilligerswerk, maatjesprojecten, gesprekken, maar ook Wmo-zaken als huishoudelijke hulp (de Wet maatschappelijke onder­steuning regelt dat mensen in bepaalde gevallen ondersteuning ontvangen, red.). 14 van de 50 RSD-inwoners in Bunnik zijn het afgelopen jaar bij het Centrum aangemeld.”

Mee op huisbezoek

“Bij het Centrum voor Elkaar heb ik regelmatig contact met Nicolette de Stigter”, vertelt Jade. “Als ik een inwoner bij haar aanmeld, dan zorgt zij dat de juiste persoon binnen het Centrum de hulpvraag oppakt. Maar onze samen­werking gaat verder. Nicolette heeft met veel van onze inwoners contact en weet ontzettend goed tot hen door te dringen. De vertrouwens­band die zij met sommige inwoners opbouwt, is heel waardevol. Voor mij als regisseur is het soms een manier om ook beter met de inwoner in gesprek te komen. Neem ik Nicolette mee op huisbezoek, dan vertelt iemand gemakkelijker wat hij of zij nodig heeft. Zo versterken we elkaar. Nu de coronabeperkingen voorbij zijn, hoop ik dat we op deze manier nog meer inwoners kunnen bereiken.”